Website van $boomnaam$
Geertien Lamberts
Geertien Lamberts ,
ovl. te overleden < 1669,
, -
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 13-14; 18-09-1656: Testament; Wij Michiel Hendricksen en Anthonius Jansz Schepenen in Blaricum, Cornelis Pietersz, Steffen Hermensz, Lijsbet Hendricks als ghetuijgen ons hebben bevonden ten huijse van Willem
Tonisz onse buurman . onleesbaar . dat sijn jongste broeder Pieter Tonisz sal voor uijt sijn goederen hebben een shalf mutset boulants, met f 100,- aen gelt waar teghens sall sijn huijsvrouw Geert Lambert hebben een acker met ook f 100,- aen
gelt. Voorts dat sijn meerder naelatende goederen sullen erven op sijn Broeder Pieter Tonisz en sijn suster Trijntien Tonisz en sijn broeders kinder. Mits conditie dat se sijn Vader Anthonies Jansz daar voor moeten onderhouden in kost en
klederen.
Getuijgen: Leo Steffensz ordinaris lantmeter tot Blaricum
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 14-15; 24-01-1657:
. tot Blaricum gegaen ten huijse van Geertien Lamberts weduwe van Willem Thonisz zaliger
. dat Pieter Lambertsz wonende tot Huijsen als broeder van Geert Lamberts weduwe van Willem Tonisz
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 36; 10-01-1669: Compareerden voor Schepenen tot Laren, Pieter Lambertsz, Tijmen Jaob Gerritsz voor haar selve, Isaack Mathijsz als vooght over de kinderen van Otto Lambertsz en Thomas Jacobsz Henvliet gerquireerde
voor Reijer Jan Reijersz ter eenre en Reijer Lubbertsz als weduw-man van Geertien Lambertsz sijne geweesene huijsvrouw ter andere sijde.
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 56; 04-11-1669: Laren; Compareerde Claas Isaacksz, die bij forme van willige condemnatie aengenomen heeft aen Reijer Lubbertsz als boedelhouder van de naelatenschap van Geertien Lamberts sijn afgestorven huijsvrouw
te betalen een somme van f 150,-
-
SAGV155.2-3235, Folio 169-170; 17-11-1670: (Moeilijk leesbaar) Compareerden ter Secretarie van Blaricum Pieter Lambertsz Bol, Timen Jacob Gerritsz en Lambert Reijersz mitsgaders Reijer Jansz als vader en vooghdt van Neeltge Reijers en noch de
voornoemde Timen Jacob Gerritsz als vooghdt van de onmondige kinderen van Otto Lambertsz te samen erfgenamen van Geertge Lamberts als namentlijck de voornoemde Pieter Lambertsz Bol en Timen Jacob Reijers??? voor 1/4 part Lambert Reijersz en
Neeltgen Reijers te samen voor 1/4 part en de kinderen van Otto Lambertsz te samen 't resterende 1/4 part en verclaerden sij comparanten aen gaende de erfenisse van de voornoemde Geertgen Lambertsz soo als deselve en haer gedeelt was tegens
Reijer Lubbertsz weduwenaer van de selve geschift en gescheijden te sijn in de maniere als volght dat namentlijck . volgt verdeling van gronden
.

relatie (1)
met

Willem Thonisz , zn. van Thonis Jansz Coppen Cop,
geb. te Blaricum; Koptienden Eerste: 1627-77,
ovl. in 1657 te Blaricum; Koptienden Laatste: 1670-74,
, -
WILLEM TUENISZ / THONISZ
Blaricum Koptienden (1627-77 1670-74):
1627-77: v. Willem Willemsz (Vos) 1 Spt 6 cop 1/2
1628-76: v. Tonis Jansz 1 cop
- Situatie: 1 Spt 7 cop 1/2
1632-77: op Leuw Gijsbertsz 1 cop 1/2
- Situatie: 1 Spt 6 cop
1640-75: v. Lambert Cornelisz 4 cop 3/4
- Situatie: 2 Spt 2 cop 3/4
1649-74: v. Peter Lambertsz 4 cop 3/4
- v. Jan Lambertsz 4 cop
- v. Peter Willemsz Vossen 1 Spt 1 cop
t/m 1653-74: Situatie: 4 Spt 4 cop 1/2
1658-74: op de Pot v. Blaricum 4 cop 1/2
- op Roel Meuesen 4 cop
- op Peter Toenissen 1 Spt
- op Willem Jan Ebbesen 3 cop
- op Peter Toenissen 1 cop
- Situatie: 2 Spt
1670-74: op Otte Lambert Cornelisz 1 Spt
- op Tijmen Jacob Gerritsen 1 Spt
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 13-14; 18-09-1656: Testament; Wij Michiel Hendricksen en Anthonius Jansz Schepenen in Blaricum, Cornelis Pietersz, Steffen Hermensz, Lijsbet Hendricks als ghetuijgen ons hebben bevonden ten huijse van Willem
Tonisz onse buurman . onleesbaar . dat sijn jongste broeder Pieter Tonisz sal voor uijt sijn goederen hebben een shalf mutset boulants, met f 100,- aen gelt waar teghens sall sijn huijsvrouw Geert Lambert hebben een acker met ook f 100,- aen
gelt. Voorts dat sijn meerder naelatende goederen sullen erven op sijn Broeder Pieter Tonisz en sijn suster Trijntien Tonisz en sijn broeders kinder. Mits conditie dat se sijn Vader Anthonies Jansz daar voor moeten onderhouden in kost en
klederen.
Getuijgen: Leo Steffensz ordinaris lantmeter tot Blaricum
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 14-15; 24-01-1657:
. tot Blaricum gegaen ten huijse van Geertien Lamberts weduwe van Willem Thonisz zaliger
. dat Pieter Lambertsz wonende tot Huijsen als broeder van Geert Lamberts weduwe van Willem Tonisz
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 17; 07-02-1657: . Schepenen tot Blaricum dat voor ons gecompareert is Tonis Jansz onse mede-buerman en renuntieerde van al sulcke legitime's portie als hem compt uit sijn afghestorven soons Willemn Tonisz goederen
. dat sijne erfgenamen in 't gemeen sijne ouden vader Tonis Jansz voornt. moeten onderhouden in kost en dranck en kledinghe sijns levenstijt gedurende
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 99; 21-12-1659: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Willem Tonisz Backer onse buijrman en transporteerde aan Sijmon Tonisz mede alhier wonende, een ackertien boulants
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 102; 12-01-1660: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerden Pieter Teunisz voor hem selve en sich sterck maeckende voor Trijntien Teunisz sijne suster, Claas Lubbertsz als getrout sijnde met Botien
Hendricks, Willem Jansz Ebben en Reijer Lubbertsz nomine uxoris en transporteerde aen Sijmon Tonis onse Buijrman een huijs en hofstede gelegen in Blaricum
.

relatie (2)
met

Reijer Lubbertsz , zn. van Lubbert Hendricksz en N1 Lamberts ,
, -
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 36; 10-01-1669: Compareerden voor Schepenen tot Laren, Pieter Lambertsz, Tijmen Jaob Gerritsz voor haar selve, Isaack Mathijsz als vooght over de kinderen van Otto Lambertsz en Thomas Jacobsz Henvliet gerquireerde
voor Reijer Jan Reijersz ter eenre en Reijer Lubbertsz als weduw-man van Geertien Lambertsz sijne geweesene huijsvrouw ter andere sijde..
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 56; 04-11-1669: Laren; Compareerde Claas Isaacksz, die bij forme van willige condemnatie aengenomen heeft aen Reijer Lubbertsz als boedelhouder van de naelatenschap van Geertien Lamberts sijn afgestorven huijsvrouw
te betalen een somme van f 150,-
-
SAGV155.2-3235, Folio 169-170; 17-11-1670: (Moeilijk leesbaar) Compareerden ter Secretarie van Blaricum Pieter Lambertsz Bol, Timen Jacob Gerritsz en Lambert Reijersz mitsgaders Reijer Jansz als vader en vooghdt van Neeltge Reijers en noch de
voornoemde Timen Jacob Gerritsz als vooghdt van de onmondige kinderen van Otto Lambertsz te samen erfgenamen van Geertge Lamberts als namentlijck de voornoemde Pieter Lambertsz Bol en Timen Jacob Reijers??? voor 1/4 part Lambert Reijersz en
Neeltgen Reijers te samen voor 1/4 part en de kinderen van Otto Lambertsz te samen 't resterende 1/4 part en verclaerden sij comparanten aen gaende de erfenisse van de voornoemde Geertgen Lambertsz soo als deselve en haer gedeelt was tegens
Reijer Lubbertsz weduwenaer van de selve geschift en gescheijden te sijn in de maniere als volght dat namentlijck .. volgt verdeling van gronden